Door: P.Th.L.M. van Woerkom
Eerder verschenen in: 175 jaar TU Delft. Erfgoed in 33 verhalen (2017)
De oprichting van Histechnica
In 1969 besloot de Commissie Technische Wetenschappen van de Academische Raad van de Technische Hogeschool Delft tot oprichting van de Werkgroep Technisch Tentoonstellingscentrum. Haar doel was de mogelijkheden van realisatie van een Technisch Tentoonstellingscentrum (TTC) te onderzoeken en na te gaan of dit centrum tevens als technisch museum zou kunnen functioneren. Mede door steun van de Delftse industrie en andere externe partijen kon de TH het TTC in gebruik nemen op 30 september 1976. Het TTC werd gehuisvest in een vleugel van het voormalige gebouw van de faculteit Geodesie aan de Kanaalweg 4.
In de aanloop naar de realisatie van het TTC werd een parallelle actie ondernomen: de oprichting van “Histechnica, Vereniging van Vrienden van het Technische Tentoonstellingscentrum”. De oprichting vond plaats op 23 december 1974. Het streven van Histechnica was, in grote lijnen, “de kennis van de historie van de techniek te bevorderen en steun te verlenen aan het TTC te Delft”. Hoofdthema’s van de doelstelling van Histechnica met betrekking tot ondersteuning van het TTC waren: het verlenen van ad hoc financiële steun en hulp bij het opsporen en verwerven van voor het TTC dienstige historische technische objecten; en het wekken van belangstelling voor de verzamelingen en tentoonstellingen van het TTC.
Histechnica hield contact met haar leden door het houden van periodieke manifestaties (voordrachten, symposia, excursies, studiereizen, tentoonstellingen in het TTC) en door de verzorging van een huisorgaan. Het huisorgaan, een brochure op formaat A4, kreeg de naam Histechnica Nieuws.
Het TTC en haar opvolgers
Het Technisch Tentoonstellingscentrum TTC werd officieel geopend op 30 september 1976 door de minister van Wetenschapsbeleid, F.H.P. Trip. Het markeerde het begin van een tijdperk van grote activiteit. Het TTC organiseerde met inzet van Histechnica veel tentoonstellingen, sommige met voorwerpen uit eigen bezit, maar ook werden internationaal reizende tentoonstellingen gepresenteerd. De eerste ging over instrumenten vanaf 1650. Daarna volgden kort na elkaar tentoonstellingen over verbrandingsmotoren, modellen van ontwerpen van Leonardo da Vinci, mijnbouw, civiele werken in Nederland, rekenmachines, sluitmechanismen, optische verschijnselen en nog veel meer. Over deze tentoonstellingen werd verslag gedaan in de periodiek Histechnica Nieuws.
Vanwege bezuinigingen en wijzigingen in huisvestingsprioriteiten binnen de TH – inmiddels TU Delft– kwam de toegankelijkheid van het TTC voor het publiek tot stilstand in 1989. In 1993 verhuisde het naar drie grote machinehallen van de vroegere gebouwen van de faculteit der Werktuigbouwkunde en Scheepsbouwkunde, met ingang aan de Ezelsveldlaan. Bij de verhuizing werd het Technisch Tentoonstellingscentrum (TTC) omgedoopt tot Techniek Museum Delft (TMD). Ook hier werden alom gewaardeerde tentoonstellingen gehouden, maar ook concerten, toneelvoorstellingen én workshops voor kinderen. Er was ook een klein restaurant.
Begin jaren 1990 vond het College van Bestuur dat de functie van TMD niet op de juiste wijze werd ingevuld. Het restaurant en de theater- en muziekvoorstellingen – nodig om de financiering rond te krijgen – drukten een te zwaar stempel op de uitstraling van het museum. Het College overwoog het museum definitief te sluiten, maar besloot toch tot een doorstart. Vanaf maart 1996 richtte het TMD zich in toenemende mate op het kweken van belangstelling voor techniek onder de jeugd, waarbij een breed scala aan techniek-workshops werd ontwikkeld. Hierbij werd intensief samengewerkt met het lokale bedrijfsleven en met de Gemeente Delft, hetgeen onder meer leidde tot het programma Techniek Educatie Delft. Delen van de vaste opstelling moesten hiervoor zelfs plaatsmaken. Voor een plan om de vaste opstelling drastisch aan te pakken kon geen financiering worden gevonden, zodat de historische uitstraling met de stoommachines en gasmotoren in stand bleef. Histechnica leden waren hiermee zeer tevreden, maar de TU Delft vond dit toentertijd nog steeds niet passen bij de gewenste uitstraling van een op heden en toekomst gerichte universiteit. Om publiek te trekken ontwikkelde het TMD twee tot drie wisseltentoonstellingen per jaar over onderwerpen waar in principe de TU Delft een belangrijke rol in had. TMD trok uiteindelijk gemiddeld 20 000 tot 25 000 bezoekers per jaar en was daarmee, naar Nederlandse maatstaven, een middelgroot museum.
Ook het collectiebeheer werd anders ingestoken. Er werd niet meer gecollectioneerd met het oog op tentoonstellingen over alle denkbare vormen van techniek. In het vervolg werd alleen datgene verzameld dat een belangrijke rol had gespeeld bij het onderwijs en onderzoek van de TU Delft. Om het belang van het museum voor de TU Delft verder te versterken ontwierp TMD allerlei plannen om het museum te ontwikkelen in de richting van een modern Science Centre (Science Centre Delft, SCD), gericht op een grotere zichtbaarheid van de TU Delft en verbreding van de doelgroep. Het SCD zou zich expliciet richten op de presentatie van hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen binnen de universiteit en op het betrekken van de jeugd daarbij. Zo zou de belangstelling van jongeren voor een technische studie aan een universiteit al op jeugdige leeftijd kunnen worden gestimuleerd. Als zodanig week het beleid niet erg af van dat van TMD. Wat wel drastisch veranderde, was de compleet nieuwe inrichting waarbij heden en toekomst van de techniek, en de rol van de TU Delft daarin, op de voorgrond stond. De stoommachines uit het TMD waren het College al lange tijd een doorn in het oog. Historische voorwerpen dienden te worden vermeden en de Academische Collecties werden onder het beheer gesteld van de Universiteitsbibliotheek (TU Delft Library). TUD erfgoedstukken werden opgeborgen in een depot aan de Rotterdamseweg en later in het nieuwe erfgoed depot onder het grasdak van de Universiteitsbibliotheek.
Het SCD werd gehuisvest in de oostelijke vleugel van het monumentale gebouw van de Afdeling Mijnbouwkunde aan de Mijnbouwstraat 120. De officiële opening van het SCD vond plaats in september 2010.
Dynamisch Histechnica
Al vanaf haar oprichting in 1974 had Histechnica als doel ondersteuning te verlenen aan het TTC. Waar het TTC deels werd bemand door medewerkers in vaste dienst van de TH, werkte Histechnica uitsluitend met vrijwilligers. Richtte de Histechnica-inzet zich in de beginperiode goeddeels op het leveren van bijdragen aan de inrichting van tentoonstellingen en op het verzorgen van de eigen periodiek, in latere jaren verschoof de aandacht grotendeels naar het organiseren van voordrachten én binnen- en buitenlandse studiereizen.
Het eerste nummer van de periodiek Histechnica Nieuws verscheen in april 1975. In de periode tot en met november 1986 verschenen in totaal 29 nieuwsbrieven, allen in brochurevorm en op formaat A4. Ze bevatten artikelen over Histechnica-bestuurszaken, over TTC-bestuurszaken, beschrijvingen van tentoonstellingen in het TTC en elders, beknopte versies van Histechnica-voordrachten en geschiedkundige uiteenzettingen.
In mei 1987 verscheen de periodiek in een nieuw formaat: nu als boekje in formaat A5. De naam werd veranderd in Histechnicon. In de periode tot en met december 1991 verschenen in totaal 16 boekjes. De artikelen waren voornamelijk geschiedkundige uiteenzettingen over technische onderwerpen.
Na de Histechnicon editie van december 1991 hield de publicatie ervan op. Gekozen werd voor samengaan van Histechnicon met de periodiek Industriële Archeologie. De laatstgenoemde periodiek was een uitgave van de Stichting Industriële Archeologie Nederland (SAIN). De indruk bestaat dat door dit samengaan van twee periodieken de expliciete dienstbaarheid van Histechnica aan het TMD in de periode nadien minder goed zichtbaar is geweest.
Door het sluiten van het TTC en de nieuwe doelstelling van het SCD moesten de statuten van Histechnica en de naam van de vereniging worden aangepast. De naam werd nu Histechnica, Vereniging van Vrienden van het Academisch Erfgoed van de TU Delft. Ondersteuning werd nu gericht op verwerving, onderhoud en beschrijving van TUD-erfgoedobjecten. Histechnica ondersteuning van het SCD – de gemoderniseerde opvolger van het TMD – blijft gehandhaafd.
Belangrijk te vermelden is dat het beheer van TUD Erfgoed samenwerkt met onder anderen de Stichting Academisch Erfgoed (SAE), een samenwerkingsverband van erfgoedbeheerders van elf Nederlandse universiteiten. De leden tonen hun collecties gezamenlijk op de website van SAE. Voor een directe weblink naar Delfts erfgoed zie [5]. Het Leidse Rijksmuseum Boerhaave is geassocieerd lid van de SAE. De SAE fungeert als netwerk voor erfgoedbeheerders aan de universiteiten, werft subsidies voor gemeenschappelijke initiatieven en behartigt de belangen van het academisch erfgoed in het bestuurlijke circuit.
Histechnica timmert aan de weg
Voor haar leden organiseert Histechnica jaarlijks een zevental voordrachten van gerenommeerde sprekers over een breed spectrum van onderwerpen. Onderwerpen uit het recente verleden zijn gevarieerd. We noemen als voorbeelden het werk van Christiaan Huygens en van Kamerlingh Onnes, architectuur in de Archipel, het industriële verleden van Den Haag, het leven en werken van “de grootste Brit aller tijden”: Brunel, de opkomst en ontwikkeling van de elektronica, en bruggenbouw.
Maar ook “geschiedenis in wording” met thema’s als de technologie van de drinkwatervoorziening, de energieproblematiek, micro- en nanotechnologie, bestuurbare medische instrumenten, ‘drive-by- wire’ technologie, vage wiskunde, de berging van de Russische onderzeeër Kursk, de Delftse “D: Dream Hall”, en de Delftse EWI elektronica studieverzameling.
Ook organiseert Histechnica jaarlijks een korte binnenlandse excursie. Bezocht werden onder andere het Nationaal Baggermuseum in Sliedrecht, het Werkspoormuseum te Amsterdam, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium in Amsterdam, het Twents Techniekmuseum HEIM in Hengelo, een reeks Rijksmonumenten in Friesland, historische gebouwen en mechanismen in Antwerpen, en het Louwman automobielmuseum in Den Haag.
Histechnica organiseert tweejaarlijks een buitenlandse studiereis. Het gezelschap bezocht onder meer het Ruhrgebied, West-België en Noord-Frankrijk, Shropshire, Noord-Wales en Cheshire in het Verenigd Koninkrijk, Barcelona, het Duitse Saksen, en Noord-Portugal.
Tenslotte mogen de vijfjaarlijkse lustrum symposia worden genoemd. Ter gelegenheid van het achtste lustrum in november 2014 verscheen een Histechnica Gedenkboek met samenvattingen van een selectie van voordrachten uit de daaraan voorafgaande vijf jaren [1].
Voordrachten en symposia worden gehouden in het Science Centre Delft. Deze Histechnica- activiteiten evenals excursies en studiereizen worden gehouden in samenwerking met de KIVI- afdeling Geschiedenis der Techniek [3].
Als Vereniging van Vrienden van het Academisch Erfgoed van de TU Delft hecht Histechnica – met haar leden en met haar nog-niet-leden – grote waarde aan het behoud, de identificatie, de beschrijving, en het onderhoud van erfgoed van de TU Delft. Hierover overlegt Histechnica met de TU Delft Library, de formele hoeder van het TU erfgoed. In het kader van dat streven dient u het hier voor u liggende boek te zien. Een TUD Erfgoed Commissie van Histechnica heeft getracht in de verzameling van geregistreerde en ook vaak nog niet geregistreerde erfgoedobjecten binnen de TUD-gemeenschap een selectie te maken van een aantal – in haar ogen – erfgoed ‘topstukken’. En zij heeft daarbij gezocht naar ter zake kundige personen die in staat en ook bereid zouden zijn deze objecten te beschrijven en hun relevantie te duiden.
Histechnica wil met dit lustrumboek uw aandacht en interesse wekken voor de TUD erfgoedcollectie. De hier gepresenteerde selectie van erfgoedobjecten heeft een belangrijke rol gespeeld bij het onderwijs en/of het onderzoek aan de TUD en heeft een functie gehad die dienstbaar was aan het maatschappelijk belang. En elk van de hier voor u liggende artikelen draagt duidelijk een persoonlijke signatuur – hetgeen naar wij hopen de interesse van de lezer nog meer ten goede zal komen.
Voetnoten
- Hoop, D.de, G.A. van de Schootbrugge, en P.Th.L.M. van Woerkom (redactie). Histechnica 40 jaar. Histechnica, Delft, 2015. (129 pag.)
- Website van de vereniging Histechnica.
- Website van de KIVI afdeling Geschiedenis der Techniek.
- Website van het Science Centre van de TUDelft.
- Website van de Stichting Academisch Erfgoed (SAE), met directe verwijzing naar een deel van de TUD erfgoed collectie.