Titel: Bruggen in Nederland in Historisch perspectief
Spreker: dhr. ir. F.J. Remery (oud-medewerker RWS)
Datum: April 2016
Plaats: Science Centre van de TU Delft, Mijnbouwstraat 120,
2628 RX Delft
Samenvatting van de voordracht op zaterdag 9 april 2016
Voor wie met open oog door Nederland reist valt veel opmerkelijks te zien op het gebied van de weg- en waterinfrastructuur. De combinatie water, rail en weg, en dat alles in een dicht patroon, leidt op veel plaatsen tot opvallende bouwkundige hoogstandjes om een veilige passage van verkeersstromen mogelijk te maken. We komen onder de indruk van de stoere bruggen over de grote rivieren, vaak met een monumentaal karakter, maar ook charmante brugjes over verstilde grachten in het stadshart en gebouwd in een ver verleden, kunnen op bewonderaars rekenen. Niet voor niets worden bruggen, net als sluizen overigens, aangeduid met de algemene term ‘kunstwerken’. Daar waar de waardering een algemeen karakter heeft gekregen, kunnen dergelijke ‘kunstwerken’ een gemeentelijke, provinciale of rijksmonumentstatus verkrijgen. Zo’n status is in veel gevallen een garantie voor behoud en daarmee voor verantwoord onderhoud en, zo nodig, herstel.
Nu is een brug die we op een bepaalde locatie zien, daar vaak niet de eerste: er ging een andere brug aan vooraf, en vaak nog één, en nog één. Zo ontstaat een bruggengeschiedenis die veelal niet meer is af te lezen aan de huidige brug, maar waarvan wel beelden bewaard zijn gebleven, in oude foto’s, tekeningen en schilderijen. Als ‘voorouders’ van de huidige bruggen, schetsen zulke bruggen een beeld van de tijd en van de ontwikkelingen in de bruggenbouw. Ook in onze tijd gaat de ontwikkeling door en zien wij dat bruggen de openbare ruimte door hun vormgeving niet alleen op een praktische, maar evenzeer op een esthetische manier kunnen vullen.
In de voordracht wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de techniek van het bouwen van bruggen in de loop van de eeuwen, tot in onze tijd.
Informatie over de spreker ir. F.J. Remery
Frans Remery studeerde werktuigbouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft waar hij in 1965 afstudeerde bij de vakgroep Verbrandingsmotoren en Gasturbines. Na een korte periode bij Werkspoor in Amsterdam en de Koninklijke Luchtmacht was hij vele jaren werkzaam bij de Directie Bruggen, later de Bouwdienst van Rijkswaterstaat. In de tijd dat Rijkswaterstaat nog alles zelf ontwierp, werkte hij aan het ontwerp van de werktuigkundige installaties voor de kunstwerken die toen werden gebouwd. O.a. was hij verantwoordelijk voor het ontwerp van het bewegingssysteem van de schuiven van de Oosterscheldekering en de renovatie van het sluizencomplex in IJmuiden. Tussendoor verbleef hij enkele jaren in RD Congo, waar hij de bevolking hielp bij de bouw van bruggen. In de loop van de jaren adviseerde hij geregeld bij buitenlandse projecten op het gebied van sluizen en gemalen. Als vrijwilliger bij de Nederlandse Bruggenstichting kreeg hij belangstelling voor de geschiedenis van de bruggenbouw in Nederland. Deze stichting verzamelt en bewaart kennis van bruggen in Nederland, adviseert bij de bepaling van de monumentwaarde van bruggen als industrieel erfgoed, geeft een tijdschrift uit over bruggen en publiceert boeken over de geschiedenis van bruggen en bruggenbouw.