1. Home
  2. Artikelen/interviews
  3. Interviews
  4. Van Tekening tot Testudo
  1. Home
  2. Artikelen/interviews
  3. Van Tekening tot Testudo

Van Tekening tot Testudo

Samen met Catherine Buckland en Isabel Sinjorgo, beide werkzaam bij Team Maatwerk als registrator, loop ik de Faculteit Industrieel Ontwerpen (IO) binnen om het opgeslagen erfgoed van de TU Delft in de kelder te gaan bekijken. De vitrines op de begane grond trekken mijn aandacht. In een ervan zie ik een object dat me doet denken aan een onlangs zelf gekocht apparaat, maar deze ziet er wel heel bijzonder uit. Groot, glanzend en gekleurd. “Wat een bijzondere airfryer staat hier, zo hedendaags!” Na enige aarzeling klinkt er een bescheiden lachsalvo achter me. “Uh, dit is de achterkant van de eerste iMac!” “Goed, gaan we nu maar die kelder in?”

Het Programma Maatwerk Facultaire Collecties, Team Maatwerk in het kort, onderdeel van het AHHA (Academic Heritage, History and Art) team, is sinds 2022 bezig bij de TU Delft met het registreren, op waarde schatten en een plek geven binnen het onderwijs, onderzoek of musea van de vele objecten binnen de Faculteiten.

Team Maatwerk
Isabel (vooraan tweede links), Liselotte (vooraan tweede rechts),
Catherine (vooraan eerste rechts)

Vóór mijn misstap naar de kelder van IO had ik een gesprek met Liselotte Neervoort, Programma Manager van het Team, en de beide registratoren in de Library TU Delft. Liselotte belicht de uitdagingen en strategieën die betrokken zijn bij het efficiënt beheren van de grote en diverse collecties.

“Het initiatief om academisch erfgoed intensiever te gaan beheren kwam vanuit de Library van het Team Academisch Erfgoed, Geschiedenis en Kunst. Er vond een peiling plaats bij verschillende Faculteiten waar behoefte aan was met betrekking tot hun erfgoed. Deze leidde tot de vraag of de opgeslagen collecties centraal beheerd moesten worden, of dat er een maatwerkoplossing per Faculteit nodig was. Uiteindelijk werd gekozen voor een maatwerkbenadering, ondersteund door strategie- en projectplannen.

Alle collecties, vakgebieden en oplossingen zijn uniek. Het proces om deze te behouden, vraagt om aanpassingsvermogen. Dit geldt ook voor de betrokken zeven medewerkers van Team Maatwerk, die vaak moeten improviseren en flexibel moeten zijn in hun aanpak. Dit maatwerk blijkt ook uit het proces van waardering van deelcollecties, waarbij methoden continu moeten worden aangepast.”

Liselotte benadrukt het belang van onderhoud van de collecties. “Dit draagt bij aan het bewustzijn dat erfgoed, zoals de stoelencollectie van de Faculteit Bouwkunde, actief beheer en zorg vereist.

Foto Johannes Schwartz

Studenten en medewerkers worden aangemoedigd om vragen te stellen en betrokken te raken bij het behoud van het erfgoed. Dit helpt niet alleen bij het behoud van de collecties, maar vergroot ook het bewustzijn over de noodzaak van actief onderhoud.


Geduld is een belangrijke eigenschap voor degenen die werken met erfgoed zoals de medewerkers van het Team. Vooral in een omgeving waar erfgoed niet altijd wordt begrepen of gewaardeerd.”

Zowel Liselotte als Catherine en Isabel benadrukken het belang van zichtbaarheid en communicatie binnen de universiteit. Door regelmatig in nieuwsbrieven van de TU Delft te verschijnen en artikelen te publiceren op de website, zetten ze het erfgoed in de schijnwerpers. Dit helpt om intern een breed draagvlak te creëren van en bewustwording  te bewerkstelligen  over de waarde en de noodzaak van de collecties.

“Het beheren van erfgoed aan de TU Delft is een complexe, maar lonende taak. Het vereist een balans tussen behoud, educatie, en zichtbaarheid. Door maatwerk en geduld kunnen de medewerkers ervoor zorgen dat waardevolle objecten niet alleen behouden blijven, maar ook een actieve rol spelen in het huidige onderwijs en onderzoek”, vertelt Liselotte.

“De Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) heeft de grootste collectie”, vertelt Isabel. “Daar zijn ongeveer 40.000 objecten. Heel vaak, ook bij EWI, is er een betrokken docent of vrijwilliger(s) die we kunnen raadplegen. In totaal zijn er momenteel bij de TU Delft ruim 55.000 objecten.
Ik ben bezig met tekeningen die met de hand zijn gemaakt bij Bouwkunde, dat zijn er ongeveer 2.000. Op papier, dus qua volume, valt dat wel mee. Ik kom veel tekeningen tegen van architecten die nu heel bekend zijn en ben van plan om contact met ze op te nemen met de vraag waarom hij/zij dit dat toen had getekend. Dat geeft meer achtergrondinformatie en mogelijk is het weerzien van het vroegere werk voor de architect ook interessant.

Foto Johannes Schwartz

Het handtekenen was in het begin van de universiteit in 1842, toen nog de Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs , een vak. De vroegste tekeningen in de collectie zijn van 1926 en geeft een mooie doorsnede hoe dit vak zich heeft ontwikkeld tot nu toe. Er is heel veel werk uit de jaren vijftig, zestig, zeventig, tachtig. Omdat het ouder is, wordt het sneller gewaardeerd, daardoor is er veel van bewaard gebleven. Er is echter ook werk te vinden uit 2012 en dat is nog niet zo lang geleden. De vraag is of je daar dan ook zo veel van moet willen bewaren? Het antwoord is, ja, want uiteindelijk wordt dat ook oud en laat het de hele lijn van het onderwijs zien. Dus dan moet je door blijven verzamelen. Dit proces loopt door tot in de tegenwoordige tijd, waarbij nieuw werk wordt verzameld om de onderwijsontwikkeling en nieuwe ontdekkingen te documenteren.”

Waar worden alle oude en ook nog nieuwe objecten opgeslagen?

“De objecten liggen nu voornamelijk in werkkamers, kelders en laboratoria van de faculteiten zelf. Als wij klaar zijn”, legt Isabel uit, “liggen de erfgoedobjecten in goede opslag waar ze eventueel ook te bekijken en goed toegankelijk zijn als studieobjecten voor docenten en studenten. Het is afhankelijk van de wensen van de faculteit waar ze opgeslagen worden, bijvoorbeeld in de Library of in een eigen opslagplaats.”

Is er een verschil in waardering van de objecten?

“Jazeker, er zijn vier Categorieën van Waardering opgesteld”, legt Liselotte uit. “Er zijn topstukken, objecten van betekenis, studie objecten en overige objecten.”

“Een topstuk is een object dat zeer belangrijk is geweest voor de geschiedenis van de techniek, van Nederland en/of van de TU Delft. Het is zeldzaam, met een hoge erfgoedwaarde en moet met zorg worden behandeld”, verklaart Liselotte.
EWI heeft veel topstukken onder andere rekenmachines.

Met als topper de Burroughs Portable Calculator, een mechanische calculator uit 1925. Serienummer: 8-1140778.

Het gewicht van de machine bedraagt ‘slechts’ 9 kg, vandaar: draagbaar. De machine kan alleen optellen en (via 9-complement) aftrekken.

Deze machine zou bij De Nederlandsche Bank dienst gedaan hebben.

Objecten van betekenis

Deze objecten illustreren langere historische ontwikkelingen en hebben een erfgoedwaarde. Ze geven context aan de tijd waarin ze zijn gemaakt en moeten voorzichtig worden behandeld om slijtage te voorkomen.

Studieobjecten

Deze objecten zijn bedoeld voor educatieve doeleinden en mogen door studenten worden gebruikt en aangeraakt. Ze zijn vaak open om de binnenkant te bestuderen en zijn belangrijk voor het onderwijs, ondanks dat ze niet per se als erfgoed worden beschouwd.  Zoals de objecten in de studieverzameling bij Lucht- en Ruimtevaart. Deze zijn speciaal verzameld voor gebruik in colleges.

Foto Johannes Schwartz
Overige objecten

Voor objecten die niet in de bovenstaande categorieën passen, wordt een passende bestemming gezocht. Dit kan variëren van gebruik in onderwijsprojecten tot hergebruik door kunstenaars, scholen en/of musea. Zo zijn er onlangs kabels uitgeleend aan de Porceleynen Fles in Delft.

“Het waarderingsproces van Erfgoedbeheer is een langdurig en continu proces”, vervolgt Liselotte. “Het omvat het bewust verzamelen en bewaren van werk van studenten, docenten en onderzoekers. Uiteindelijk bieden de collecties dan een rijke doorsnede van de ontwikkeling van onderwijs en onderzoek aan de TU Delft.”

Is er een samenwerking met andere TU’s?

“Er is geen centrale opslagplaats voor het Erfgoed van alle Technische Universiteiten in Nederland. Wel wordt er samengewerkt tussen verschillende instellingen om de geschiedenis van techniek beter in het onderwijs te integreren. Het waarderingsproces is een vierjarige inspanning, gestart op 1 november 2022, dat niet alleen is gericht op het beheren van bestaande collecties, maar ook op het blijven verzamelen van waardevolle objecten voor toekomstige generaties.” Liselotte geeft het stokje over aan de beide registratoren, Isabel en Catherine, om de werkzaamheden in de praktijk te laten belichten.

“Ik ben volop bezig met het behoud van het Erfgoed binnen de Faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek (LR). Dat gaat verder dan alleen het opslaan van oude objecten”, vertelt Catherine. “Het vraagt om een strategische aanpak, zichtbaarheid en educatie om ervoor te zorgen dat waardevolle stukken hun rol kunnen blijven vervullen in het onderwijs en onderzoek. Het is een complexe, maar lonende taak die een belangrijke bijdrage levert aan de academische en historische context.”

Foto Johannes Schwartz

Buiten de Faculteit staat een compleet vliegtuig, Aero Commander 680, een majestueus overblijfsel uit waarschijnlijk de jaren 70. Hoewel het zijn gloriejaren heeft gehad, nu slechts een schaduw van wat het ooit was. Het heeft gebroken ramen en sporen van decennia van blootstelling aan de elementen en toch wordt het gezien als een waardevol onderdeel van de collectie. Het roept wel de vraag op of het de moeite waard is om zo’n groot object in externe opslag te houden, waar het weinig toegankelijk is voor nieuwsgierige studenten en onderzoekers. Sommige onderdelen worden namelijk niet meer gebruikt in het onderwijs, terwijl andere, zoals een helikopterrotor, ooit een educatieve functie had. Het herintroduceren van dergelijke objecten in het onderwijsprogramma kan de aandacht op het erfgoed vergroten en de educatieve waarde herstellen. Het benadrukt de noodzaak van maatwerk, geduld, zichtbaarheid en educatie in het behoud en de waardering van historische vliegtuigonderdelen”, vervolgt Catherine.
“Deze inspanningen zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat deze waardevolle stukken niet alleen bewaard blijven, maar ook een actieve rol kunnen spelen in het onderwijs en de geschiedenis levend kunnen houden. De uitdaging ligt in het vinden van een manier om deze belangrijke erfgoedstukken toegankelijk en zichtbaar te maken. Dit kan ook door ze een nieuwe functie te geven binnen de Faculteit, zoals het gebruik ervan als kunstobjecten of decoratieve elementen. Het is essentieel om deze stukken een plek te geven binnen de gemeenschappen, die ze kunnen waarderen en gebruiken.”

Wat was het meest bizarre object dat jullie tegenkwamen?

Na enig nadenken … volmondig: “De Superbus!”
Een project ontwikkeld door Wubbo Ockels, gericht op de toekomst van het openbaar vervoer. Het project startte in de beginjaren 2000, een futuristisch vervoermiddel dat 23 passagiers kon vervoeren. De Superbus werd gezien als een innovatief project dat vooruitliep op de ontwikkeling van elektrische voertuigen. Het unieke concept onderscheidde zich door zijn elektrische aandrijving en de mogelijkheid om deur-tot-deur transport aan te bieden, vergelijkbaar met een limousine. Ondanks het innovatieve ontwerp en het milieuvriendelijke karakter, werd het project nooit volledig gerealiseerd.

Isabel en Catharine wisselen elkaar in rap tempo af. “De Superbus is in bruikleen bij het Nederlands Transport Museum in Lelystad. Er is onzekerheid over wat er met de bus moet gebeuren als het museum sluit. De TU Delft, die eigenaar is van de bus, staat voor de uitdaging om te beslissen wat te doen met dit grote en historische voertuig. Er wordt overwogen de bus terug te halen, maar er is geen ruimte voor de opslag.

Mijn mogelijke oplossing om deze supersonische, gelikte superbus een roemrijke plek te geven in de Library, wordt niet direct als een mogelijkheid gezien. Ik zie hem in gedachten al staan pal voor de boekengalerij, tussen de pilaren waarop de wc wordt aangekondigd, zonder verwijzing daarheen. Maar …. In juni 2025 is er een nieuw onderkomen gevonden; het Nationaal Bus Museum in Groningen.
Klik hier voor meer informatie op de website.

De schatten in de kelder van IO

Bij vijf van de acht Faculteiten zijn de projecten van Maatwerk in volle gang, IO is daar een van. Stilzwijgend loop ik met Isabel en Catherine langs nog een paar vitrines richting trap naar de kelder. Ik had me een catacombe voorgesteld met op zijn minst een dode, of levende muis, maar nee. Wel hoor ik wat gerommel, maar dat heeft te maken met de grote buizen die aan het plafond hangen die water of iets anders transporteren.

Ik loop bijna tegen een … tja, een wat aan? Een wit gevaarte. Catherine en Isabel doen hun uiterste best om me te laten raden wat dit object zou kunnen zijn, maar na die ‘airfryer’ doe ik niet meer mee. Het blijkt een Totem Bianco te zijn, een audiosysteem, uit 1971.

“Telefonie daar weet je toch iets van?” Tuurlijk, ik heb de vijftiger en zestiger jaren meegemaakt en alles wat daar achteraan kwam. Isabel pakt een toestel en vraagt of me dit bekend voorkomt.

Een tv scene schiet me te binnen. Een interviewer op straat had een lichtgroen toestel met draaischijf in zijn hand. Hij vroeg aan jonge voorbijgangers of zij wisten wat het was. Huhh … oohhhh …. een telefohoon? Hoe werd die gebruikt, denk je? Een jongeman stak voorzichtig een vinger in een van de openingen van de draaischijf en drukte op het cijfer. Toen werd verteld dat die vinger de schijf moest draaien tot aan het eindobstakel, viel zijn mond open!

Als Isabel mij een toestel laat zien waar aan de onderkant een grote, rode knop is bevestigd met daar omheen een draaischijf, valt de mijne ook open. Een Alarmtoestel? Een showtoestel?

Het idee was dat het handig zou zijn om de telefoon in zijn geheel op te pakken en daarmee de verbinding tot stand kwam. Om het gesprek, de verbinding te beëindigen, zette je eenvoudigweg het toestel weer neer. De rode knop opende en sloot dus de verbinding. In de praktijk bleek dat toch niet handig te zijn, want als je hem even wilde neerzetten om iets te pakken bijvoorbeeld, verbrak uiteraard de verbinding.

“Bij IO gaat het om het design, het ontwerp”, aldus Isabel. “Wat voor knoppen zitten eraan? Waarom is dat op een gegeven moment een touchscreen geworden? Is dat eigenlijk wel handig? Studenten kunnen terugkijken naar het verleden om in het heden en voor de toekomst aanpassingen te kunnen doen. Daarmee moeten we ook de waardering er steeds een beetje op aanpassen. Het is maatwerk, alles is Maatwerk!”

Hoogte- en dieptepunten

“De uitkomst van het waarderingsproces is gebaseerd op de input van externe experts en interne deskundigen, waaronder onze procesbegeleiders op het gebied van erfgoed, een universiteitshistoricus en de beheerder van de Centrale Erfgoed Collectie. De eerste categorie, de topstukken, zijn van groot belang voor de geschiedenis van de wetenschap en techniek. Idealiter zijn deze objecten goed gedocumenteerd en hebben ze een sterke verbinding met de geschiedenis van de TU Delft”, legt Catherine uit.

Isabel heeft een prachtig voorbeeld van een topstuk: de Testudo. “Dat is een computer die in de jaren vijftig door Wim van der Poel als PhD-student is ontwikkeld. Deze computer werd gebruikt om lenzen door te rekenen voor professor Van Heel. We weten dat het hier is ontwikkeld en dat Van der Poel er twaalf jaar aan heeft gewerkt.

Het is een van de eerste computers die in Nederland functioneerde en is een uniek hoogtepunt in de geschiedenis van wetenschap en techniek. Dergelijke topstukken zijn zeldzaam, maar we hebben er voldoende van om de hoogtepunten te illustreren in de geschiedenis van de TU Delft.”

Met dank aan Jules Schoonman, Digital Curator TU Delft, voor de totstandkoming van dit interview, en aan Johannes Schwartz voor de fotografie.

Wil de Wit, Interviewer en webbeheerder Histechnica
Juni 2025

https://www.tudelft.nl/library/programma-maatwerk-facultaire-collecties
Programma Maatwerk Facultaire Collecties. Stand van zaken najaar 2024.pdf
– Rekenmachines EWI: vitrinemuseum.ewi.tudelft.nl/elmechcalculators.html
– onderzoek Team Maatwerk: De mysterieuze microscoop uit Jena
https://nationaalbusmuseum.nl/nieuws/#superbus



Updated on juni 24, 2025

Related Articles

Academisch Erfgoed
Bezoek de nieuwe website over het academisch erfgoed van de TU Delft.
Ga naar de site